Factoren zoals kleding, beschermingsmiddelen tegen de zon en ook het huidtype beïnvloeden de productie van vitamine D. Bovendien geldt als vuistregel dat in de periode van oktober tot maart zelfs in Spanje de zon te laag staat om voldoende vitamine D te kunnen vormen en opnemen.
Net als andere vitamines kunnen we ook vitamine D opnemen via voedsel. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan vitamine D zijn bijvoorbeeld vette vissen (haring en makreel), lever, margarine, eigeel en champignons. Maar de tegemoetkoming via voedsel is enkel in de theorie mogelijk. Om per dag 1000 I.E. vitamine D op te kunnen nemen via voedingsmiddelen, moeten we 1,3 kg champignons, 230 g sardienen of 2 kg boter nuttigen. Maar goed dat ons lichaam ook zelf vitamine D kan vormen.
Zonlicht als katalysator
Het enige hulpmiddel dat het lichaam hiervoor nodig heeft is zonlicht. Uvb-stralen zorgen in de huid voor de belangrijke omvorming van 7-dehydrocholesterol in previtamine D3, een precursor van de zonnevitamine. Door de warmte die tegelijkertijd ontstaat wordt uit previtamine D3 uiteindelijk vitamine D3 (cholecalciferol) gevormd.
De "kwaliteit" van de zon
De (om)vorming van deze vitamine wordt beperkt door de "kwaliteit" van het zonlicht, meer bepaald door de geografische breedtecirkels en de seizoensgebonden hoek onder welke het zonlicht valt. Wanneer de zon laag aan de hemel staat, wat 's ochtends, 's avonds en in de wintermaanden het geval is, kan er geen vitamine D meer gevormd worden. De reden hiervoor is de hoek onder welke het zonlicht valt. Op bepaalde momenten vallen de stralen vlakker als anders, waardoor de weg van de zonnestralen langer wordt door de ozonlaag die de voor synthese belangrijke uvb-stralen deels absorbeert.
Wanneer de zon laag aan de hemel staat, wat 's ochtends, 's avonds en in de wintermaanden het geval is, kan er geen vitamine D meer gevormd worden
Als vuistregel geldt dat in de periode van oktober tot maart vanaf de 35e breedtegraad de zon te laag staat om voldoende vitamine D te kunnen vormen en opnemen. In alle landen boven de breedtegraad van Malaga in Spanje (36,7°) staat de zon dus te laag voor een lichaamseigen productie van vitamine D. In bergstreken is het weer anders. Daar moet men rekening houden met de lage temperaturen en meer kledinglagen waardoor de synthese van vitamine D onvoldoende is.
Factoren voor de synthese van vitamine D
Naast de woonplaats en het seizoen zijn ook het huidtype, de leeftijd en beschermingsmiddelen tegen de zon bepalend voor de synthese van vitamine D. Mensen met een donkere, sterk gepigmenteerde huid maken minder vitamine D aan dan mensen met een lichte, weinig gepigmenteerde huid. De oorzaak hiervan is het huidpigment melanine. Dit werkt namelijk als natuurlijke bescherming tegen uvb-stralen, wat goed is tegen zonnebrand en huidkanker, maar nadelig voor de synthese van vitamine D.
Mensen met een sterk gepigmenteerde huid moeten dus langer in de zon blijven om dezelfde hoeveelheid vitamine D te kunnen vormen als personen met een lichte teint. Bovendien is de leeftijd doorslaggevend voor de (om)vorming van vitamine D. De omvorming van 7-dehydrocholesterol in previtamine D3 neemt met de leeftijd af.
Daarbij komt nog eens dat oudere mensen zich vaak om gezondheidsredenen minder buitenshuis begeven. Tot slot kan ook een eenvoudige zonnecrème de opname van vitamine D hinderen. Een lichte beschermingsfactor >15 kan de synthese al behoorlijk inperken.